Mama worden in 2020
Mama worden in 2020: ik heb lang niet geklaagd, maar nu heb ik het gehad
- door Gastmama 11/03/2021
Ik heb lang niet geklaagd. Ik kon zelfs van de daken schreeuwen dat die coronapandemie me goed uitkwam. Want ja, blijven wonen in het huis dat je quasi stript omdat we dan dichtbij ons werk konden blijven, was eigenlijk toch maar een utopische gedachte. Toen ze net de badkamer én de keuken uit ons huis hadden gegooid, brak de pandemie uit. Ideaal, want we trokken noodgedwongen bij mijn ouders in, zodat we van daar konden werken, konden genieten van een warme douche en geen files hoefden te trotseren van en naar het werk.
Mijn ouders zagen mijn zwangerschap evolueren en stonden op de eerste rij om elke evolutie mee te maken. Gelukkig. Want buiten mijn ouders heeft niemand mij zwanger gezien. Wat ik toen niet erg vond, vind ik nu jammer. Nu ik na negen maanden mama te zijn alles op een rijtje heb, besef ik: zwanger zijn was iets leuks en daar heb ik niet van genoten noch heb ik het kunnen delen met vrienden en vriendinnen. Ik heb altijd gezegd dat ik twee kindjes wilde, want dat derde is om vele praktische redenen niet de beste keuze. Kan je je inbeelden dat ik nu gewoon nog eens een derde keer zwanger wil zijn omdat die eerste keer zo onzichtbaar is verlopen? Ik ben nog niet eens een tweede keer zwanger. En wat voor egoïstisch argument is dat eigenlijk. Foei.
Even serieus, zonder te overdrijven, mijn zoontje is een parel. Los van het feit dat hij ongelofelijk knap is, lacht hij quasi altijd en kan hij zienderogen genieten van onze onverdeelde aandacht (en wij van zijn aandacht).
Ik moet toegeven dat ik van alle nieuwe mama's in 2020 in de beste periode ben bevallen, al zeg ik het zelf. Ik ben 15 juni bevallen, net toen de eerste versoepelingen er kwamen. De zomer begon en er kondigde zich nog niet meteen een tweede golf aan. Dus jawel, ik heb meer dan raambezoekjes gehad. Ik heb vrienden en vriendinnen in ploegjes van twee of drie thuis op het terras mogen ontvangen en mijn ouders en schoonouders hebben hun eerste kleinzoon kunnen vasthouden.
Daarnaast hadden we ook nog steeds het corona-excuus om niet iedereen te laten afkomen (je weet wel, die verre kennissen die plots vrienden willen zijn of tantes met te veel lippenstift) én ik moest mijn kind niet doorgeven zoals we pre-corona chipskommetjes doorgaven. Ook de papa was fulltime thuis aan het werken, waardoor ik soms wel eens overdag kon ontsnappen voor een douche of een iets langer toiletmomentje. Dus ja, ik denk dat ik over die periode zéker niet mag of zelfs kan klagen.
Maar nu, een jaar na de uitbraak van de pandemie, heb ook ik het gehad. Ik heb mijn leven terug op de rails, ik ben zelf terug fulltime aan het werk en mijn kind verandert zienderogen, maar niemand ziet het. Niemand die me kan bevestigen dat mijn zoontje écht zo lief en leuk en schattig is. En als hij dan eens gezien wordt op wandeling 4.587, dan is het enige wat men zegt: amai, die is al zo gegroeid. Logisch natuurlijk, want het is dan ook al drie maanden geleden dat we mekaar nog hebben gezien. Maar liefst van al zou ik hem vaker tonen, zodat we meer konden zeggen dan dat hij gegroeid is. Of werkt dat niet zo?
Ik had mezelf ook gezworen geen foto's op social media te posten, omdat we toch niet echt weten wat ze ermee doen. Maar toch jeukt het vaak zó hard, dat er dan toch af en toe iets op verschijnt. En dan maar hopen dat zoveel mensen reageren. Waar is mijn ratio?
Los van bovenstaande zaken, die toch wel een beetje Calimero-minded zijn, is er wel iets wat het misschien wel waard is om over te zeuren. Er is geen leven buiten ons kind. Er zijn geen feestjes, café-avonden of eens quality time met ons tweetjes. Oké, dat is voor iedereen zo, maar daarmee leren we (en ik zeg duidelijk we: zowel mama, papa als zoonlief) niet zonder elkaar te zijn. Een avondje stappen zodat zonemans elders gaat slapen? Uitgesloten. Een weekendje weg met de vriendinnen zodat de papa eens langer dan 2u alleen op de baby let? Ondenkbaar.
Met als resultaat: het idee alleen al dat hij straks eens mij mijn ouders gaat slapen is hartverscheurend. Wat gaat hij denken, dat ik hem in de steek laat, dat ik hem niet meer moet? Ik mag er niet aan denken, maar tegelijkertijd zou het ook zéér goed zijn voor mama's gemoedstoestand om de benen te gaan strekken en eens iets anders te doen dan koetjsie koetsjie taal te spreken of te staren naar de babyfoon omdat hij elk moment wakker zou kunnen worden.
Dus ja, ik heb het gehad. Het wordt tijd dat de wereld terug open gaat en dat de wereld mijn allerliefste zoon kan ontmoeten. Hij is er klaar voor!